AANLEVERSPECIFICATIES
how to do…

U wilt natuurlijk de beste kwaliteit. Zorg er daarom voor dat uw bestanden goed zijn opgemaakt. Maak tijdens de opmaak van uw PDF-bestand een inschatting welke resolutie geschikt is voor de toepassing. Normaal gesproken geldt: hoe hoger de resolutie, hoe scherper de print. Lever echter geen onnodig grote bestanden aan.

Tips voor een optimaal resultaat:
• Lever bestanden bij voorkeur aan in PDF, of eventueel in JPG of PNG. Het is niet mogelijk bestanden aan te leveren in TIF, PSD, PSB, AI of EPS. Zet deze bestanden dus altijd om.
• Gebruik nooit de optie aanleveren als JPG om bestanden groter op te maken dan voor PDF mogelijk is.
• Heeft u een bestand dat op schaal wordt gemaakt? Downsamplen bij het opslaan van de PDF raden we dan af.
• Pas zip-compressie toe, zodat er geen kwaliteit verloren gaat.
• Voor (bijna) alle afwerkingen geldt 1 cm afloop per zijde.
• Lever uw bestanden aan zónder snijtekens.
• Voer geen bewerkingen in Acrobat uit, zoals het croppen van snijtekens of het aanpassen van het formaat. Doe dit altijd in de opmaaksoftware (Illustrator, Photoshop) zelf. Bewerkingen in Acrobat worden door ons systeem ongedaan gemaakt.
• Lever geen bestand aan waar meerdere contouren in verwerkt zijn, tenzij u folie met kisscut, freesletters of stickers op vel besteld.
• Lever geen versleutelde PDF-bestanden aan.
• Als u een JPG-bestand met een ingesloten kleurprofiel gebruikt tijdens het uploaden, wordt dit profiel niet ingesloten door ons systeem en wordt het standaard profiel (FOGRA39 of sRGB) aan het bestand toegewezen. Voor het beste resultaat raden we u aan om het bestand aan te leveren als PDF met een ingesloten kleurprofiel.
• Gebruik in uw bestanden maximaal 30.000 pixels per zijde.
• Gebruik daarnaast maximaal 2 GB aangegeven bij afbeeldingsgrootte in Photoshop.
• Tenslotte: afvlakking zorgt in bepaalde gevallen voor zwaardere en moeilijker te verwerken bestanden.

Lettertypen en lettercontouren
Zet actieve tekst altijd om naar lettercontouren. Zo worden teksten vastgelegd en veiliggesteld, voorkomt u fouten in de print en kunnen we de bestanden eventueel openen om te controleren en/of bewerken. Sluit lettertypen voor de zekerheid in (in de PDF).

Lagen in de PDF
Vlak bestanden af en verwijder onzichtbare/verborgen lagen. Onze RIP-software kan uit de opbouw in lagen geen informatie halen over de printlagen. Werken met lagen is handig tijdens de opmaak, maar vormt risico’s in de RIP en maakt bestanden onnodig groot.
Laagopbouw wordt tijdens onze geautomatiseerde voorbereiding afgevlakt. Bij onzichtbare/verborgen lagen vanuit Illustrator bestaat het risico dat deze toch geprint worden.

Overdruk en transparanties
In de RIP-software wordt vulling/lijn overdruk herkend en gesimuleerd. Kleuren van overlappende objecten met overdruk worden bij elkaar opgeteld. Hierdoor ontstaat een nieuwe full color opbouw. Wit als proceskleur (C0 M0 Y0 K0) op overdruk, wordt niet zichtbaar. Deze softwarefunctie dient vooral voor de herkenning van steunkleuren, zoals witprint onder/boven de full color objecten.

Tips:
• Vink ’Overdrukken simuleren’ in het uitvoervoorbeeld in Adobe Acrobat (Pro) aan om het effect van overdruk en transparantie te controleren.
• Door de cursor in de opmaak te plaatsen, kunt u controleren welke opbouw er precies gegenereerd wordt. De waarden van proces- en steunkleuren zijn zichtbaar in het venster ‘Scheidingen’. De waarden vormen de input voor de RIP.
• In Illustrator is het effect te controleren onder het menu ‘Weergave’ bij ‘Voorvertoning overdruk’.
• De bovenstaande manieren kloppen niet altijd, om er zeker van te zijn raden we aan ook altijd in Illustrator te checken of het desbetreffende object op overdruk staat of niet.

Let op: transparantie effecten in Illustrator kunnen hetzelfde resultaat geven als overdruk en/of worden niet altijd juist vertaald in de RIP. We raden u daarom aan niet met transparantie effecten te werken. Doet u dit wel, vlak uw bestand dan altijd af om ongewenste resultaten te voorkomen.